Toekomstvoorzieningen
Sommige dga’s hebben bij de uitfasering van het pensioen in eigen beheer (PEB) dit PEB omgezet in een zogeheten oudedagsvoorziening (ODV). Als de ODV-gerechtigde ondernemer overlijdt, kan het recht op de ODV-termijnen overgaan op zijn erfgenaam. Deze situatie roept vragen op. Kan bijvoorbeeld de erfgenaam het geërfde recht op de ODV-termijnen aanwenden voor het verkrijgen van een direct ingaande tijdelijke nabestaandenlijfrente die uitkeert aan hemzelf? Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) heeft geantwoord dat dit niet is toegestaan. De erfgenaam kan het geërfde recht op de ODV-termijnen wel aanwenden voor een ander lijfrenteproduct, dat wel voldoet aan de voorwaarden voor een fiscaal gefacilieerde lijfrentevoorziening.
Tip!
Gaat het recht op de ODV-termijnen over op meer dan één erfgenaam? Dan vormt het geërfde ODV-recht voor elke erfgenaam een afzonderlijke aanspraak. En dus kan elke erfgenaam zelfstandig een keuze maken om het geërfde recht op de ODV-termijnen al dan niet aan te wenden voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct.
Aanvankelijk zou per 1 juli 2022 de Wet pensioenverdeling bij scheiding ingaan. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is echter van plan om de inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel op te schuiven naar 1 januari 2027. Daardoor kunnen pensioenuitvoerders in de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel alvast rekening houden met de aanpassingen die volgen uit het Wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding. Bovendien voorkomt uitstel dat pensioenuitvoerders kort na elkaar twee ingrijpende (ICT-)wijzigingen moeten doorvoeren. Het uitstel betekent wel dat goede elementen van deze wet pas in 2027 in werking zullen treden. Daarom wil de minister enkele overbruggingsmaatregelen introduceren bij nota van wijziging. Over deze plannen is de minister met de sector in overleg en zal zij de Kamer later informeren.